Zwarte gaten zijn gaten waar een hele grote zwaartekracht in
is. Zo groot dat er helemaal niks kan ontsnappen, zelfs het licht niet. Je kan
dit zien als een hele grote draaikolk die alles om zich heen opzuigt en niet
meer los laat. Als alles wat zo’n gat opslokt rond gaat draaien dan wordt het
steeds heter. Het word zo heet dat het röntgenstraling uit gaat zenden. Het is
één van de grootste raadsels voor wetenschappers waar al dat opgeslokte
materiaal heen gaat. Zwarte gaten zijn eigenlijk onzichtbaar, maar doordat je
wel kan zien dat er allemaal dingen worden opgeslokt op één punt, betekend dat
dat er een zwart gat zit.
Onstaan van de zwarte gaten:
(bron: www.scholieren.com)
1.De Paardekopnevel is een gigantische wolk op het punt van
stervorming. Begint een donkere wolk eenmaal samen te trekken, dan zorgt de
zwaartekracht ervoor dat er steeds meer materie naar binnen valt.
2.De verdichte materie fragmenteert in honderden klonters:
protosterren. In het centrum van de wolk beginnen zij heter te worden, waardoor
infrarood detectors hen kunnen ontdekken.
3. Iedere protoster zelf blijft nu steeds verder
samentrekken. Zij is omringd door een wolk van stof en gas. Die door de rotatie
van de ster een schijf gaat vormen.
4. In de jonge ster wordt de kernreactor aangezet en een
krachtige sterrenwind, door de omringende schijf geconcentreerd tot twee
bundels, blaast gas de ruimte in.
5. De kracht van de sterrewind blaast de omringende wolk van
stof en gas grotendeels weg. In de schijf begint materie samen te trekken.
6. Het materiaal in de schijf kan, zoals bij de jonge zon,
samentrekken tot planeten. Restanten worden door de sterrewind weggeblazen.
7. De ster is nu een hoofdreeksster, die rustig straalt.
Vele miljarden jaren lang zal zij vrijwel niet veranderen.
8. Een ster die meer dan tienmaal zo zwaar is als de zon
verbruikt haar kernbrandstof kwistig en is blauwwit heet. Zij heeft voldoende
waterstof voor een paar miljoen jaar. Als haar waterstof opraakt, begint ze op
te zwellen.
9. Een zware ster heeft in de kern voldoende 'perskracht' om
helium tot koolstof te fuseren. Intussen zijn de geëxpandeerde buiten lagen
afgekoeld: de ster is nu een rode reus.
10. Als ook het helium is opgebrand, krimpt de kern opnieuw
en begint de koolstoffusie. De reus produceert energie door fusie van opeen
volgende elementen, totdat de kern uit ijzer bestaat.
11. Als de ster bij ijzerfusie komt, breekt de hel los.
IJzerfusie kost energie in plaats van energie te leveren, en de ster probeert
die te krijgen door haar kern verder samen te trekken......
12 Uiteindelijk leidt tot een gigantische explosie. De ster
is dan helderder dan een miljard zonnen en in de hitte van deze explosie worden
goud, platina en andere zware metalen gevormd.
13. De superdichte kern kan de sterexplosie overleven. Die
sterkern kan een neutronenster of een zwart gat worden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten